top of page

'Seekers' in Oost-Timor

Enkele jaren geleden zijn de Religious of Jesus and Mary (RJM) vanuit India begonnen met een nieuw huis in Oost-Timor. Deze vroegere Portugese kolonie (vandaar de naam Timor-Leste) deelt het eiland Timor met het Indonesische West-Timor, een voormalige Nederlandse kolonie.

In 1975 verklaarde Oost-Timor zich onafhankelijk van Portugal, maar meteen daarna viel Indonesië het land binnen. Er volgde een bloedige bezetting, die duurde tot 1999 en tienduizenden levens eiste. Nadat Indonesië zich onder internationale druk had teruggetrokken, werd Oost-Timor een tijdlang bestuurd door een VN-vredesmacht. Ook nu nog wordt het land geteisterd door geweld van (straat)bendes, die elkaar bestrijden en de ‘tactiek van de verschroeide aarde’ toepassen: ze branden huizen plat, zodat zelfs in de hoofdstad Dili een tiental jaar geleden duizenden mensen noodgedwongen in tenten woonden.

Oost-Timor is ongeveer 15.000 km² groot (de helft van België) en telt 1,3 miljoen inwoners, van wie een derde in de kleine steden woont. Het is een jonge bevolking: 60 procent is jonger dan 24! De officiële talen zijn Portugees en het lokale Tetun.

Dankzij wat olie- en gasvelden voor de kust, die door Australië geëxploiteerd worden, behoort Oost-Timor niet tot de allerarmste landen, maar de bevolking heeft daar weinig aan. 80 tot 90 procent is voor zijn levensonderhoud afhankelijk van de zelfvoorzienende landbouw. Op het platteland is er een groot tekort aan basisinfrastructuur, zoals wegen en ziekenhuizen. De werkloosheid is hoog. Jonge mannen proberen te emigreren naar Indonesië of, liever nog, naar Europa.

In Oost-Timor zijn 38 procent van de parlementsleden vrouwen, het hoogste cijfer in de hele regio. Dat is te danken aan de kieswet, die bepaalt dat één op de drie personen op de partijlijsten een vrouw moet zijn. Maar daar staat tegenover dat slechts 20 procent van de vrouwen betaald worden voor hun werk. Er heersen ook een sterke patriarchale cultuur en gewoonterechtelijke wetten, die de stem van de vrouwen in de besluitvorming erg beperken en hen bovendien kwetsbaarder maken voor het toenemende gendergeweld.

Voor jonge vrouwen hebben sister Selma en de andere RJM-zusters het programma ‘Seekers’ opgestart. De meeste van die vrouwen hebben al enig onderwijs genoten. In een intensieve, één jaar lange cursus worden hun zelfbewustzijn en praktische vaardigheden bijgebracht. Ze krijgen een basisopleiding tot leerkracht, leren spreken in het openbaar, en volgen taallessen Engels, Portugees en Tetun. Ook een computercursus, huishoudkunde (koken, naaien, tuinieren…), muziek en ‘human and life skills’ zitten in het pakket.

Zonder dergelijke cursus zouden die jonge vrouwen wellicht gewoon thuis blijven, trouwen en zwanger worden. In Oost-Timor hebben vrouwen gemiddeld zes tot zeven kinderen. Zestig procent heeft een eerste kind voor haar 19de verjaardag. En tienerzwangerschappen zijn een groeiend probleem, hoewel het land ‘conservatief katholiek’ heet te zijn.

Het programma ‘Seekers’ wordt georganiseerd in de plaatsen Kasait (district Liquiça) en Fatuquero (district Ermera) en krijgt steun van Shisha Seva – Peterschap India. De zusters hopen hiermee elk jaar enkele tientallen jonge vrouwen te bereiken.

bottom of page